Een afvaardiging van de GOR Rijk heeft op 9 november deelgenomen aan een interview met de visitatiecommissie van de Algemene Bestuursdienst (ABD).

Deze visitatiecommissie is ingesteld door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de visitatie en zal zich in beginsel richten op het directoraat-generaal ABD. Dit is de organisatie die uitvoering geeft aan de doelstellingen en uitgangspunten van het ABD-stelsel. DGABD is de management development-organisatie van de Rijksoverheid en bestaat ongeveer 30 jaar.

Het interview had een vertrouwelijk karakter en vormt samen met de andere interviews die worden gehouden de basis voor een rapportage over het functioneren van de ABD. Die zal naar verwachting in de eerste helft van 2024 worden opgeleverd.

Op 9 november kreeg de GOR Rijk een briefing over de voortgang van de pilot van het ‘Werkplek Management Systeem’ (WMS). Inmiddels heeft het Rijk een contract getekend met Spacewell BV als leverancier.

Op 1 november is de pilot van start gegaan in het eerste pand: ‘De Office’ in Den Bosch. De komende periode wordt de pilot verder uitgerold in de volgende panden:

• Fellenoord Eindhoven: 15 november;
• Resident Den Haag: 22 november;
• Centercourt Den Haag: 29 november;
• De Knoop Utrecht: 06 december;
• Spark Amsterdam en Turfmarkt 147 Den Haag: 13 december.

De Hub in Leiden wordt tussendoor gepland. De datum is op dit moment nog niet duidelijk aangezien de opleverdatum van het pand nog niet zeker is.

Tot 1 mei wordt data verzameld. Daarna zal een besluit worden genomen of de pilot succesvol is en of het WMS zal worden toegepast in andere Rijkskantoren. De criteria voor dat besluit zijn onderwerp van discussie tussen de bestuurder en de GOR Rijk.

Op 16 november kwam een delegatie van de werkgroep Organisatie & Personeel (O&P) samen met de directeur Organisatie & Personeel Rijk.

Het ging onder andere over het Programma vervanging HR IT landschap. Hierbij werden de GOR Rijk-leden door programmamanager Robert Janssen meegenomen voor een inkijkje van het vervangingsprogramma voor het IT-landschap.

Een ander belangrijk onderwerp is de Uitvoering bovenwettelijke ontslaguitkeringen. De Algemene Pensioengroep (APG) stopt met het uitvoeren van de bovenwettelijke ontslaguitkeringen. P-Direkt, de organisatie die het overgrote deel van de werkzaamheden op het gebied van de personeels- en salarisadministratie verricht voor het Rijk, is gevraagd door A&O om dit deel over te nemen, maar dit is niet haalbaar. P-Direkt is wel aangesloten om te helpen bij het aanbestedingstraject. Zodra dit traject is afgerond, is P-Direkt niet meer betrokken.

Als laatste ging het nog over de doorvertaling externe naar interne arbeidscommunicatie. Momenteel draait er extern (je hebt ze vast al gezien op tv, internet, etc.) een campagne om nieuwe medewerkers te trekken. Bart Schoevaars, adviseur arbeidsmarktcommunicatie, neemt de GOR Rijk leden mee in de inzichten die tot nu toe zijn opgehaald en in de eerste aanzet van de strategie. Het doel van de interne campagne is om medewerkers te behouden, te ontwikkelen, te laten doorstromen en om het ambassadeurschap van rijkspersoneel te bevorderen.

Op 21 februari vindt het volgende overleg plaats met een GOR Rijk delegatie vanuit de werkgroep O&P en de directeur O&P.

Op maandag 13 november verzamelden zich ruim twintig (plaatsvervangend) leden van de GOR Rijk in Utrecht om hun kennis en vaardigheden op het gebied van debatteren aan te scherpen.

Onder leiding van Isaäk Mol en Johannes Kooistra, schrijvers van o.a. het boek ‘gloedvol debatteren’, werd in de ochtend gestart met een uitleg wat debatteren is, hoe je een goed debat opbouwt, de technieken die gebruikt kunnen worden en uiteraard de spelregels van een goed debat. Als opwarmer werd de acceptatie speech van president Barack Obama getoond om te laten zien welke technieken hij toepaste en wat dat met je doet.

Na de theorie was het tijd om het geleerde ook in de praktijk toe te gaan passen. Gekozen was om in de middag een echte debatwedstrijd voor de GOR Rijk te organiseren. Tussen de verschillende teams werd aan de hand van diverse stellingen over actuele onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de ADB, verplichte aanwezigheid op kantoor en de vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren, aan de slag gegaan met het verdedigen of juist het aanvallen van de stelling. De persoonlijke mening van de deelnemers over het betreffende onderwerp speelde daarbij juist geen rol. Belangrijk was hoe je een betoog opbouwt en hoe je ingaat op de argumenten van je debat-tegenstander. Je moet je dus ook kunnen inleven in het standpunt van de ander en goed kunnen luisteren, juist om je eigen standpunten meer kracht bij te kunnen zetten.

In de voorrondes was het nog even wennen aan de techniek van het debatteren en om in deze vorm met elkaar het gesprek aan te gaan. Maar er kwam steeds meer bedrevenheid en enthousiasme. In de finale van de debatwedstrijd was het dan ook volop genieten van de opgedane ervaringen. Kortom een dag die vraagt om een verdiepingsslag in het debatteren te organiseren.

Op 15 november sprak de werkgroep ‘Hybride Werken’ met Marien den Boer, programmamanager van het rijksprogramma Hybride Werken. Omdat het project binnenkort ophoudt te bestaan, was dit het laatste overleg van de werkgroep met Marien.

Allereerst bedankte de werkgroep Marien voor de uitstekende samenwerking. Die is ervaren als een schoolvoorbeeld van hoe bestuurder en medezeggenschap met elkaar zouden moeten omgaan.

De werkgroep merkte op dat het hybride werken heel veel mooie dingen heeft gebracht. De mogelijkheid om thuis te werken is een positieve ontwikkeling met voordelen.
Maar de werkgroep heeft ook zorgen. Komen mensen nog voldoende naar kantoor om de productiviteit en kwaliteit op de langere termijn te handhaven? Hoe houd je de gezamenlijkheid, sociale samenhang en samenwerking? Hoe blijven organisatieonderdelen zichtbaar, ook extern? 

In dit licht pleit de werkgroep voor:

• Een adequate werkomgeving die mensen de mogelijkheid geeft om al hun werk te doen, en uitnodigend is om te werken;
• aandacht voor de verbondenheid van medewerkers en de identiteit van organisatieonderdelen;
• richting aan- en duidelijkheid over de gedragskaders voor hybride werken; en
• middelen die medewerkers helpen om hun rol en verantwoordelijkheden binnen het hybride werken waar te maken.

Marien herkende veel van de zorgpunten en constateert dat deze punten ook breder zijn dan alleen het hybride werken. Er is een behoefte om te blijven praten hoe we samenwerken. Fysieke ontmoeting is daarbij noodzakelijk. De vraag is hoe balanceren we identiteit met efficiënt en duurzaam gebruik van gebouwen. Het blijft belangrijk afspraken te maken over gedrag en elkaar daarop aan te spreken. De afgelopen jaren zijn daar meer middelen voor gekomen. Tegelijkertijd moeten we medewerkers informeren en stimuleren om die middelen te gebruiken.

Conclusie was dat nu we overgaan naar realisatie van het hybride werken door inbedding in de lijn, dat er nog steeds bredere behoefte is aan richting vanuit het Rijk. In dat licht zoek de GOR Rijk een centrale gesprekspartner binnen het Rijk om te praten over de toekomst van het werken bij het Rijk. Tijdens de volgende overlegvergadering zal de GOR Rijk daarvoor aandacht vragen bij de bestuurder.

Al in 2021 heeft het Europese Hof van Justitie uitspraak gedaan in een procedure over de volledige doorbetaling van opgenomen vakantie uren in het tweede ziektejaar.

Medewerkers die langer dan een jaar ziek zijn hebben door de uitspraak van het Europese Hof van Justitie ook vanaf het tweede ziektejaar recht op het volledige loon van 100% op de dagen dat zij vakantieverlof opnemen. Hierbij geldt niet het verminderde loon van 70%, dat geldt vanaf het tweede ziektejaar.

Ben je in de periode van 2016 tot en met 2021 langdurig ziek geweest en heb je vanaf het tweede ziektejaar één van de onderstaande soorten vakantie of verlof opgenomen, dan heb je recht op een nabetaling. Heb je hierover nog geen bericht gekregen van P-Direkt? Meld je dan bij je leidinggevende of bij P-Direkt.

Het gaat over de volgende twee soorten vakantie- of verlofuren:

• Wettelijke en bovenwettelijke vakantie-uren (inclusief vakantie-uren waarvan de vervaltermijn is verlengd);
• IKB-uren.