De term “politiek primaat” is typisch voor de medezeggenschap binnen de overheid. Zowel bij het Rijk, provincies en gemeenten als bij andere overheidsinstanties komt deze term vaak voor.
WOR
In 1995 is de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) van toepassing verklaard op de overheid. De achterliggende gedachte was dat de overheid zich zoveel mogelijk aan dezelfde medezeggenschapsregels moet houden als de marktsector. In de WOR zijn toen wel bijzondere bepalingen opgenomen voor ondernemingsraden bij de overheid met het oog op het politieke karakter van de besluitvorming.
Bij de overheid hebben we namelijk te maken met democratisch gekozen organen. Daarnaast kunnen ook besluiten van democratisch gecontroleerde overheidsorganen, zoals organen van de uitvoerende macht, onder het primaat van de politiek vallen. Om te voorkomen dat de uitvoering van democratische besluitvorming tegengesproken of tegengehouden wordt door de medezeggenschap, is het primaat van de politiek vastgelegd in de WOR (artikel 46d onderdeel b). Het politiek primaat betekent dat de democratische besluitvorming voorrang heeft op de medezeggenschap. Aan de ondernemingsraad komt wél advies- en beroepsrecht toe over besluiten die de personele gevolgen regelen van aangelegenheden die onder het politieke primaat vallen.
De grenzen
Al jaren wordt door alle partijen gezocht naar waar de grenzen van het primaat van de politiek nu precies liggen. Dat partijen de concrete uitwerking van het politieke primaat gaan veranderen, ligt daarmee in de lijn der verwachting.
In maart 2021 is in het kader van 25 jaar rechtspraak over het politiek primaat een petitie aangeboden aan de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Dhr. Wouter Koolmees. Deze petitie was door 114 medezeggenschaporganen, waaronder de GOR Rijk, ondertekend.
Op 15 november van dit jaar is door de huidige demissionaire minister van SZW, Mevr. Karien van Gennip, advies gevraagd over het politiek primaat aan de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) van de Sociaal Economische Raad (SER).
Hierbij is de vraagstelling voor het door de SER uit te brengen advies als volgt:
“De concrete vraag aan de SER/CBM is of met de huidige lijn van de interpretatie van het politiek primaat in de rechtspraak de marktconformiteit van de medezeggenschap bij de overheid voldoende is gewaarborgd.
Met andere woorden, of de beoogde marktconformiteit van de medezeggenschap niet te veel wordt ingeperkt door het politiek primaat. Mocht de SER/CBM van mening zijn dat de beoogde marktconformiteit van de medezeggenschap bij de overheid te veel wordt ingeperkt door het politiek primaat, is de vervolgvraag op welke wijze deze marktconformiteit van de medezeggenschap bij de overheid zou kunnen worden verbeterd, rekening houdend met de politiek-bestuurlijke verhoudingen.”
De GOR Rijk heeft inmiddels per brief aan de SER/CBM laten weten dat hij graag betrokken wil worden bij de consultatie over dit onderwerp. De adviesaanvraag van de minister van SZW aan de SER/CBM vind je op de website van de GOR Rijk.
Onderstaand een paar interessante links over het politiek primaat;
• Boek 25 jaar rechtsspraak over het primaat van de politiek in de WOR;
• Podcast: De OR als betekenisvolle adviseur in een politieke setting;
• Artikel: Primaat van de politiek met Lou Sprengers
• Uitspraak over politiek Primaat en Beroepsrecht
|