De GOR Rijk in gesprek met de minister van BZK

Op woensdag 23 november was de GOR Rijk in gesprek met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Hanke Bruins Slot. Onderwerp was het programma Werk aan Uitvoering (WaU). De deelnemers aan het gesprek zaten op stoelen in een binnen- en een buitenring. In de binnenring zaten de minister, een afvaardiging vanuit de GOR Rijk, Maarten Schurink (SG BZK), Marc Allessie (directeur A&O) en adviseurs voor de zeggenschap. Aanwezig in de buitenring waren GOR Rijk leden, adviseurs van de GOR Rijk en de directeur van het programma WaU. Het gesprek werd begeleid een moderator.

Het gesprek ging van start met een vooraf opgenomen videoboodschap waarin Mirjam, schoonmaakster bij de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) en lid van de OR RSO, de boodschap helder overbracht dat Werk aan Uitvoering zeer waardevol is. Nu pas, nu pas, … nu ik in de OR zit van de Rijkschoonmaakorganisatie merk en weet ik met hoeveel inzet er in vele projecten gewerkt wordt aan een goede uitvoering, voor nu en in de toekomst. Maar… dat merkte ik niet op de werkvloer, als schoonmaakster bij een Rijksorganisatie”.

De minister luisterde aandachtig naar deze boodschap en hoorde hoe Mirjam de volgende steekwoorden meegaf voor het programma WaU: durf en lef, elkaar behulpzaam zijn met begrenzing, vriendelijkheid en rust en kwaliteit voor kwantiteit.

Deze boodschap zette gelijk de toon voor het goede gesprek. De minister complimenteerde Mirjam voor haar moed om deze boodschap zo over te brengen. De minister vroeg vervolgens hoe het komt dat de werkvloer onbekend is met het werk van beleidsmakers. Uit reacties vanuit zowel de binnen-als de buitenring bleek dat ‘de uitvoering’ onvoldoende wordt meegenomen aan de voorkant en sociale veiligheid daar onvoldoende wordt ervaren.

Vervolgens werd door GOR Rijk voorzitter Robert Jans een ‘wordcloud’ aangeboden aan de minister die was opgesteld op basis van een klein onderzoek dat werd uitgevoerd door de GOR Rijk. Bij dit onderzoek werd een vragenlijst uitgezet bij de medewerkers binnen het Rijk. Ruim 130 collega’s vulden de vragenlijst in waarvan 73% afkomstig was uit de uitvoering. Van de respondenten gaf 68% aan helemaal niets te weten van de WaU (‘wat is dat?”) en 30% wist er weinig van. De GOR Rijk is van mening dat degenen waar het over gaat (de uitvoering) ook input zouden moeten kunnen geven en in het programma betrokken moeten zijn. De conclusie is helder: “Niet over ons maar met ons”.

De respondenten mochten drie steekwoorden doorgeven van wat Werk aan Uitvoering voor hen betekent voor het werk en wat zij graag aan de minister wilden meegeven. Deze steekwoorden werden middels de ‘wordcloud’ gepresenteerd aan de minister en tijdens het gesprek werd er vaak naar deze steekwoorden verwezen. Zo stond de minister tijdens de open discussie op om het woord “rust” aan te wijzen: “Het voordeel van een lange termijn traject is dat er bestuurlijke rust van toepassing is”.

Tot slot kwamen er een aantal verschillende stellingen ter tafel en werd besproken hoe sociale veiligheid onder druk staat en openheid hierover erg belangrijk is. Ook kwam de mogelijke cultuurverandering op de werkvloer ter sprake. De GOR Rijk sprak de hoop uit dat er op korte termijn meer duidelijkheid komt over de wijze waarop deze problemen worden aangepakt om medewerkers te behouden en te beschermen.

Aan het einde sprak de minister haar dank uit voor het werk van de GOR Rijk en rondde zij het gesprek af. De GOR Rijk kijkt zeer tevreden terug op het gesprek en is hierin vooral tevreden over de goede sfeer, de goede verhouding tussen voorbereiding en spontaniteit tijdens het gesprek, de inbreng van de aanwezigen en de interactie tussen de verschillende deelnemers.