Zomergast Gerdine Keijzer-Baldé

Deze zomer interviewen we als GOR Rijk een aantal interessante personen, wat gaan ze de komende periode doen, waar houden zij zich door het jaar heen mee bezig en welke tips hebben zij voor collega’s die thuisblijven deze zomer? Leer onze zomergasten beter kennen in deze zomerspecial! Deze week is te gast: Gerdine Keijzer-Baldé van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).

Gerdine is sinds 2020 Plaatsvervangend Secretaris-Generaal (pSG) bij het ministerie van EZK en zij heeft het afgelopen jaar de functie van Secretaris-Generaal waargenomen, hoe bevalt haar dit werk? En hoe beleeft zij de zomerperiode?

Ik ben net terug van mijn vakantie op Curaçao, het is hier in Nederland helaas niet zulk mooi weer maar wij hebben daar al een flinke portie zon gehad. We waren met het hele gezin, mijn dochter loopt stage bij het Openbaar Ministerie op Curaçao, het leek ons leuk om haar daar op te zoeken. Ik ken Curaçao goed, eind jaren ‘90 heb ik daar ook een tijd voor het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het Nationaal Archief gewerkt, dat deed ik met veel plezier! Die liefde voor Curaçao heb ik blijkbaar doorgegeven aan mijn dochter, zij zit nu in de laatste maand van haar zeven maanden durende stage.

Als ik vakantie heb ga ik graag op reis, het liefst zo ver mogelijk maar dat kan natuurlijk niet altijd vanwege de beperkte tijd. In een land zijn met andere gebruiken en culturen dat vind ik ontzettend interessant. Thuisblijven doe ik dus nooit, nouja wel eens een paar dagen, dan lig ik met mooi weer in de hangmat in mijn tuin, ik kan daar heerlijk in slaap vallen… Ook ben ik dol op mijn moestuin, ik heb een kas waar onder andere tomaten en aubergines groeien, deze kan ik dan met veel plezier en voldoening klaarmaken voor het diner.

Ik ben geen boekenlezer, dat komt omdat ik voor mijn werk al ontzettend veel moet lezen, ik heb de neiging om pagina’s te scannen en kan zo niet meer lekker genieten van een verhaal. De krant en magazines lees ik wel graag, als het maar korte stukken zijn. Toch heb ik een boek dat ik aan aanbevelen bij de collega’s: De beleidsbubbel van Marije van den Berg. Dit boek gaat over hoe beleid maken op de ouderwetse manier niet meer werkt en hoe je dit kan veranderen. Zeer relevant in deze tijd.

De vakantie zit er voor mij al weer op deze zomer en dat vind ik helemaal niet erg, ik neem mijn vakantie graag vroeg en werk dan tijdens de rustige periode. Ik vind het leuk om met de mensen die ook aan het werk zijn wat intensiever contact te hebben, ik maak veel lunchafspraken en praat dan lekker bij, dat is gezellig en nuttig. Ook kom ik zo in contact met collega’s die ik anders niet zo gauw tegenkom omdat mensen elkaar vervangen, heel leuk om zo nieuwe gezichten te leren kennen. Ook al ben ik aan het werk, deze periode geeft mij echt een zomergevoel. Ik kan iedereen het werken in deze periode aanbevelen, je hebt minder vaste vergaderingen en meer tijd om na te denken.

Sinds 1 maart ben ik weer pSG bij mijn ministerie, na 8 maanden waarnemen als Secretaris Generaal (SG). Om dat te kunnen doen heb ik mijn eigen functie als pSG tijdelijk moeten verlaten net op het moment dat ik er lekker in zat en het gevoel van regie begon te krijgen. Na mijn terugkomst had ik wel een paar maanden nodig om alles weer op te pakken, nu is het echt weer mijn domein. Ik weet wat er speelt, ben helemaal ingelezen op de onderwerpen en neem weer de regie. Als pSG ben je dienstbaar aan de organisatie, dat is wat mij betreft erg belangrijk, maar heeft het risico in zich dat je alleen reactief bezig bent. Een onderwerp dat wat mij betreft hoog op de agenda staat is de toekomst van onze overheidsorganisatie en hoe wij daar als ambtenaren invulling aan geven. Daar hoort ook goed werkgeverschap bij. We willen heel graag nieuwe medewerkers werven maar hoe maken we onszelf nou aantrekkelijk als werkgever? En laten we ook de werknemers die al bij ons in dienst zijn niet vergeten, zij hebben bepaalde verwachtingen, we moeten het werk interessant en boeiend houden en ook ontwikkelmogelijkheden bieden. Mensen willen zich prettig voelen en gezien worden, daar moet je als werkgever wel wat voor doen. Wanneer ik met mensen in de organisatie spreek, leer ik dat we nog het nodige kunnen verbeteren.

Nieuwe medewerkers schrikken van de hoge werkdruk, er is weinig tijd om mensen in te werken, het vele thuiswerken helpt hier ook niet bij. Je weg vinden in de organisatie, met alle ICT-systemen leren werken, we mogen onze mensen meer houvast bieden. Daarbij vragen de groeiende maatschappelijke uitdagingen om een andere, actievere rol van de overheid. Het ambtelijk vakmanschap is daardoor ook aan verandering onderhevig. Bij ons ministerie van EZK heerste lange tijd de opvatting dat de overheid alleen moet ingrijpen wanneer de markt faalt. Maar in de noodzaak tot een snellere energietransitie werkt deze strategie niet meer. Dit leidt tot veel discussie en onzekerheid bij onze mensen. De overheid moet nieuwe manieren van samenwerken met bedrijven en burgergemeenschappen aangaan om problemen vroegtijdig te kunnen zien aankomen en zo actief hier mee aan de slag te kunnen gaan. De samenleving verwacht dat we deze problemen oplossen en we kunnen hier wel degelijk een rol in vervullen. Wat het vraagt is uit de Haagse beleidsbubbel te komen, nieuwe relaties op te bouwen en te leren echt samen te werken met diverse organisaties. Samenwerken is iets anders dan afstemmen, dat is echt aan de voorkant iedereen mee laten denken, zo krijg je veel meer draagvlak en motivatie. Het vraagt andere competenties, dus is het van belang dat we investeren in de kennis en kunde van onze medewerkers.

Op het gebied van medezeggenschap ben ik heel blij met de introductie van de personeelsraadgever, wij gaan binnenkort iemand aanstellen in deze functie. De komst van deze raadgever is een ontzettend mooie ontwikkeling, waarvoor het initiatief vanuit de medezeggenschap is gekomen. Wat mij betreft een hele logische, deze persoon is onafhankelijk en denkt ook echt in het perspectief van de medewerker. Het is voor ons nog helemaal nieuw, we gaan ontdekken hoe het werkt en doen over een tijdje ook een evaluatie maar het lijkt mij een hele goede ontwikkeling. Echt een voorbeeld van hoe een initiatief vanuit de medezeggenschap gerealiseerd kan worden.

Waar ik mij wel zorgen om maak is de teruglopende interesse in medezeggenschap onder de medewerkers en dan bedoel ik vooral de interesse om lid te worden van een OR. Bij de uitvoeringsorganisaties zie ik nog wel goed bezette ondernemingsraden maar bij ons kernministerie is dat een stuk minder. We hebben een onderzoek gedaan waarom dit zo is, mensen geven aan dat ze er geen tijd voor hebben, niet heel veel stukken willen lezen en hebben het gevoel dat er in sommige onderwerpen echt geen beweging is te krijgen. Er is een beeld dat medezeggenschap ouderwets is, dat je hier als jonge medewerkers niks te zoeken hebt, dat is echt ontzettend jammer! Ik hoop dat ik ook via deze weg collega’s kan inspireren om wel deel te nemen aan de medezeggenschap. Het is een plek om mee te denken over de ontwikkeling van mens en organisatie, jezelf te ontwikkelen en je netwerk te vergroten. Mijn tips voor de medezeggenschap zijn als eerste: let op de lengte van je vergaderingen, langer is zeker niet beter… En als tweede: blijf in contact met de collega’s die je vertegenwoordigt, ga de werkvloer op, spreek mensen over de onderwerpen waar zij zich zorgen over maken. Met die informatie kunnen we nog beter in gesprek met elkaar en kunnen we elkaar helpen een nog beter personeelsbeleid te ontwikkelen.

Als laatste wil ik de collega’s aanbevelen om ook na de zomer eens goed na te denken over het werk dat je doet, doe je wat je wilt doen, geeft het werk je voldoening? Kijk ook eens naar je collega’s, hoe zitten zij er bij, neem de tijd om eens te vragen hoe het met ze gaat, heb oog voor elkaar!

Vorige week spraken wij Vries Kool over zijn werk bij de Douane, lees het interview hier. Wil je de interviews met de zomergasten van vorig jaar teruglezen? Kijk dan hier.